Eerste Stadhouderloze Tijdperk (1650-1672)
Geen stadhouder in de Republiek

Adriaen Hanneman: Portret van Johan de Witt (1625-1672)
Tijdens het Eerste Stadhouderloze Tijdperk werd door de staten van Holland, Zeeland, Gelderland en Overijssel geen stadhouder benoemd. Vooral in Holland waren de regenten de Oranjes zat. Zij maakten gebruik van de leegte die in 1650 na de plotselinge dood van Willem II van Oranje ontstond. Willem II had vlak voor zijn dood een staatsgreep gepleegd en de leiders van de regenten in Slot Loevestein laten opsluiten.Begin Eerste Stadhouderloze Tijdperk
Het Eerste Stadhouderloze Tijdperk begon toen stadhouder Willem II van Oranje in november 1650 overleed aan koorts. Zijn enige zoon, de latere stadhouder Willem III, werd een week na zijn dood geboren. Willem II was getrouwd met Maria Henriëtte Stuart, de dochter van de Engelse koning Karel I. Op de achtergrond speelde de dominante positie van Holland en Zeeland een rol. In deze provincies werd het meeste geld verdiend met overzeese handel. De beslissingen van de stadhouder hadden niet altijd de handelsbelangen van deze gewesten gediend. Bovendien was er verschil op religieus gebied. De regenten in Holland waren gematigd calvinistisch, terwijl de ambachtslieden en de boeren een meer puriteinse opvatting hadden.Prinsgezinden en Staatsgezinden
Na de dood van Willem II werden de regenten uit hun cel in Slot Loevestein bevrijd. In het voorjaar van 1651 vond in Den Haag een Grote Vergadering van alle gewestelijke Staten plaats. Er werd maandenlang gesproken over samenwerking tussen de gewesten. In dit proces trok Holland steeds meer macht naar zich toe. In 1653 benoemden de Staten van Holland Johan de Witt tot raadpensionaris. Inmiddels was er discussie ontstaan wie de rol van stadhouder zou moeten vervullen. De Prinsgezinden wilden een stadhouder uit het Huis van Oranje. De Staatsgezinden wilden daar niets van weten. Zij streefden naar gewestelijke soevereiniteit.Stadhouder en raadpensionaris
In Friesland bleef Willem Frederik van Nassau-Dietz stadhouder. Deze Friese Nassau werd ook door Groningen en Drenthe tot stadhouder benoemd. Willem III bestuurde pas vanaf 1672 als stadhouder over Holland, Zeeland en Utrecht. In 1675 werd hij ook stadhouder in Gelre en Overijssel. Vanaf 1696 was Willem III stadhouder in Drenthe. Bovendien regeerde Willem III vanaf 1689 als koning ook over Engeland en Ierland. Maar eerst kwam er een lange periode zonder stadhouder. Johan de Witt was tijdens het Eerste Stadhouderloze Tijdperk negentien jaar lang raadpensionaris van het graafschap Holland en omdat dit het voornaamste gewest van de Nederlanden was, werd hij daardoor de belangrijkste politicus van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.Handelsoorlog
Na de Vrede van Munster werd de Republiek niet meer bedreigd door Spanje, maar wel door Frankrijk en Engeland. In Engeland was Oliver Cromwell aan de macht gekomen. Hij had koning Karel I van Engeland laten onthoofden. Cromwell voerde een agressievere buitenlandse politiek dan zijn voorganger. Door de Acte van Navigatie ontstond in 1651 een handelsoorlog met de Republiek. Europese handelsproducten mochten uitsluitend op Britse schepen, of op schepen van het land dat de goederen leverde, in Engeland worden ingevoerd. Een jaar later ontstond de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog. De Nederlandse vloot verkeerde niet in topconditie. De Vrede van Westminster maakte in 1654 een einde aan deze oorlog. Tijdens de vredesbesprekingen in Londen moest de Republiek concessies doen. De Acte van Navigatie bleef bestaan. Bovendien moesten de Staten van Holland een geheime Acte van Seclusie tekenen. Hierin werd vastgelegd, dat nooit meer een stadhouder van Oranje in Holland zou worden aangesteld.Noordse Oorlog
De handelsbelangen van de Republiek werden ook geschaad door de bedreiging van de vrije doorvaart door de Sont naar de Oostzee. In de Noordse Oorlog (1655-1660) koos de Republiek partij tegen Zweden. De Republiek zond een Nederlandse vloot om Denemarken te helpen. De Nederlandse vloot onder luitenant-admiraal Jacob van Wassenaer Obdam ontzette Kopenhagen. Tijdens de Slag in de Sont werd de Zweedse vloot verslagen. Bij de Vrede van Kopenhagen werd bepaald dat de toegangsroute naar de Oostzee open zou blijven.Tocht naar Chatham
De rivaliteit tussen Engeland en de Republiek leidde tot problemen bij Malabar, de Goudkust, de Molukken en bij de Hudson. Dankzij het bekwame financiële beleid van Johan de Witt was meer geld voor de vloot beschikbaar gekomen. Hierdoor verliep de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog gunstig voor Nederland. Admiraal Michiel de Ruyter behaalde een mooie overwinning in de Vierdaagse Zeeslag in 1666. Tijdens de Tocht naar Chatham in 1667 werd de Engelse vloot in de monding van de Theems deels vernietigd. Enkele oorlogsschepen werden buitgemaakt, waaronder de HMS Royal Charles. Het houten achterdeel van het schip en zijn metalen wapenkist met daarop het Engelse wapenschild worden nog altijd tentoongesteld in het Rijksmuseum in Amsterdam. De overwinning vergemakkelijkte de onderhandelingspositie van Johan de Witt. De Vrede van Breda maakte een einde aan deze tweede zeeoorlog met Engeland.Eeuwig Edict
De Prinsgezinden lieten zich in de Republiek steeds sterker gelden. Onder die druk werd op 5 augustus 1667 door de Staten van Holland het Eeuwig Edict gesloten. Hierin werd het ambt van stadhouder opgeheven en stelde men vast dat de stadhouder in de andere gewesten niet tegelijkertijd ook opperbevelhebber van het leger mocht zijn. De regenten in Holland wilden hiermee de militaire en de politieke functie van elkaar scheiden. Niet alle provincies konden zich hierin vinden. Zeeland, Groningen en Friesland sloten enkele jaren later de Acte van Harmonie, waarin men besloot de jonge prins Willem III toe te laten tot de Raad van State. Bovendien stelde men hem het opperbevelhebberschap op zijn 23e jaar in het vooruitzicht.Zuidelijke Nederlanden
Inmiddels richtte koning Lodewijk XIV van Frankrijk zich op de Zuidelijke Nederlanden. Na de dood van de Spaanse koning Filips IV eiste de Franse koning voor zijn echtgenote Maria Theresia enkele delen van de Zuidelijke Nederlanden op. Bovendien veroverde hij een paar steden. Deze expansiezucht dreigde de Republiek in gevaar te brengen. Een verovering van de Zuidelijke Nederland door Frankrijk zou een einde kunnen maken aan de Nederlandse blokkade van de Schelde. Daarmee zou de positie van Antwerpen ten opzichte van Amsterdam versterkt worden. De Republiek sloot in 1668 een Drievoudige Alliantie. De Republiek streed hierin samen met de voormalige vijanden Engeland en Zweden tegen Frankrijk. Officieel zou men naar vrede streven, maar in het geheim werd afgesproken dat Lodewijk XIV desnoods met geweld uit de Zuidelijke Nederlanden verdreven zou worden. Geweld bleek echter niet nodig. De Vrede van Aken maakte in 1668 een einde aan de Franse invallen.Achteruitgang
De verhouding tussen de Republiek en Frankrijk bleef echter gespannen. De Franse minister Jean-Baptiste Colbert verhoogde de belasting om daarmee de invoer uit de Nederlanden te beperken. Omdat ook Engeland sinds het aantreden van Oliver Cromwell de Nederlandse handel had gehinderd raakten kleinere stapelplaatsen als Enkhuizen, Gouda, Haarlem en Leiden in verval. Delft, Rotterdam en vooral Amsterdam konden zich handhaven, maar de groei van deze steden ging ten koste van andere plaatsen en het platteland. In de landbouw en de haringvisserij was inmiddels een duidelijke achteruitgang bespeurbaar. Van grote bloei was geen sprake meer. De Gouden Eeuw kwam ten einde.Geheim Verdrag van Dover
Engeland had inmiddels in het geheim toenadering tot Frankrijk gezocht. Karel II en Lodewijk XIV sloten hiervoor in 1670 het Geheim Verdrag van Dover. Zij besloten samen de Republiek aan te vallen. Omkoping van de bisschoppen van Keulen en Munster zou de doortocht van het Franse leger mogelijk maken. Hierdoor hoefde het Franse leger niet door de Spaanse gebieden in de Zuidelijke Nederlanden te trekken en werd een conflict met Spanje vermeden. In het voorjaar van 1672 werd een Nederlandse koopvaardijvloot in het Kanaal door de Britten aangevallen. Een Britse oorlogsverklaring volgde korte tijd later, gevolg door dat van Frankrijk, Keulen en Munster.Hollandse Oorlog
Nu oorlog dreigde werd een beroep gedaan op Willem III. De kapitein-generaal met oranjebloed bleek geen partij voor de generaals van Lodewijk XIV. Het Franse leger trok via Namen en Luik op naar de Rijn. Tegelijkertijd vielen Keulen en Munster de provincie Overijssel binnen. De Staatse troepen verschansten zich achter de IJssel, maar trokken zich verder terug toen de Fransen bij Lobith de Rijn overstaken. Ook Amersfoort, Naarden en Utrecht waren al snel in Franse handen. De Fransen kwamen uiteindelijk bij de Waterlinie tot stilstand. Alleen de vloot had zich onder leiding van Michiel de Ruyter en Cornelis Tromp kunnen verweren. Zij konden tijdens de Hollandse Oorlog enkele Frans-Engelse invasies voorkomen.Aanslag
Johan de Witt werd op 21 juni 1672 tijdens een wandeling van het Binnenhof naar zijn woning aan de Kneuterdijk door enkele jongens aangevallen. Hij raakte gewond aan zijn hals en viel op de grond. Terwijl hij op de grond lag werd hij met een mes in de rechterzij en de linkerschouder gestoken. De raadpensionaris van Holland overleefde de aanslag, maar was pas op 12 juli buiten levensgevaar. Terwijl Johan de Witt in bed lag, stuurde de Staten-Generaal een gezantschap naar de Franse koning. Pieter de Groot, een zoon van de rechtsgeleerde Hugo de Groot, bood Lodewijk XIV de Generaliteitslanden en een gedeelte van het gewest Gelre aan. De Franse koning sloeg het aanbod af, maar zette de strijd bij de Waterlinie ook niet voort.Stadhouder
De roep om prins Willem III klonk steeds luider. In Zeeland ontstonden relletjes. De volkswoede richtte zich tegen de regenten die Johan de Witt hadden gesteund. De Staten van Zeeland benoemde Willem III als eerste tot Stadhouder. Holland volgde op 29 juni. Johan de Witt diende op 4 augustus 1672 zijn ontslag in als raadpensionaris. Dit ontslag leidde bij de Prinsgezinden niet tot bekoeling van haat. Cornelis, de broer van Johan de Witt, werd beschuldigd van samenzwering tegen de prins en opgesloten in de Gevangenenpoort in Den Haag. Toen Johan hem daar op 20 augustus 1672 een bezoek bracht, werden de broers door een menigte naar buiten gesleurd en op gruwelijke wijze om het leven gebracht. Na de lynchpartij werden de lijken van Johan en Cornelis de Witt opgehangen op het Groene Zoodje aan de Vijverberg. Zo werd op 20 augustus 1672 in Den Haag op bloedige wijze afscheid genomen van het Eerste Stadhouderloze Tijdperk.PS
Wie leest weet meer en begrijpt beter. In onze gewaardeerde nieuwsbrief staan veel tips en wetenswaardigheden over de geschiedenis en de cultuur van Nederland waar u echt iets aan heeft. Lees Door de Nederlandse Geschiedenis en Leven in de delta als u meer wilt weten over de geschiedenis van Nederland. Eerste Stadhouderloze Tijdperk staat ook in de interessante bundel 'Nederland in verleden tijd'.Ontvang elke werkdag gratis geschiedenis per e-mail
Geschiedenis Nederland
Geschiedenis NederlandDemocratie in Nederland
Leestip
Een informatieve gratis nieuwsbrief over geschiedenis. Interessante verhalen over Historische Plaatsen, Kastelen, Kunst, Royalty, WO2 en Wetenschap.
Al twintig jaar een begrip bij liefhebbers
van geschiedenis en cultuur.
Mis niets ...
Neem nu een abonnement op onze
Gratis Nieuwsbrief
van geschiedenis en cultuur.
Mis niets ...
Neem nu een abonnement op onze
Gratis Nieuwsbrief
Geschiedenis Nederland

Leven in de delta
Geschiedenis

'Door de Nederlandse geschiedenis' is een bundeling van de beste artikelen van Ruud van Capelleveen over de geschiedenis van Nederland.
Door de Nederlandse geschiedenis
Betrouwbare informatie kost veel tijd en geld, maar dankzij onze populaire producten heeft u op onze website toch gratis toegang.